De rente is in beweging. De rente heeft geen gevolgen voor het meerjarige begrotingssaldo maar wordt verrekend met de algemene reserve. Om een indicatie te geven wat de rente doet hebben wij deze alinea toegevoegd.
Om de inflatie te temperen is de afgelopen maanden de rente verhoogd door de Europese Centrale Bank. Het effect van een hogere rente voor de nieuwe leningen is doorberekend. Een rentestijging van 3,3 % naar 5% is een verhoging van de rentelast met €1 miljoen in 2026 (structureel) ten opzichte van de raming die nu in de begroting zit.
De totale rentelast daalt op basis van de cijfers in de huidige begroting (2023) door o.a. aflossing van €7,2 naar €6,4 miljoen, bij een aanname van een stijging met 5% stijgt deze licht naar €7,4 miljoen in 2026.
De kans van dit risico is moeilijk in te schatten. De rente is vorig jaar van 0 naar 3% gestegen, en dit jaar is die redelijk stabiel (tussen 3 en 3,3%). De inflatieverwachting is gedaald, maar nog steeds veel hoger dan het streef% van 2%. De verwachting is dat de rente op kort geld (<1 jr) blijft stijgen als gevolg van de ECB renteverhogingen. Of de lange rente mee stijgt is afhankelijk van het effect van de ECB maatregelen – als de economie afkoelt en de stabiliteit niet wordt verstoord dan zal de lange rente niet verder stijgen.
Er is een risicoanalyse gemaakt waarbij de kans op 50% wordt ingeschat voor een stijging naar 4%, en 25% kans op een nog hogere rente 5 %. De rente wordt omgeslagen naar een omslag rente wat leidt tot een hogere doorbelasting naar de programma’s en producten. Een deel kunnen wij doorrekenen aan tarieven. Totaal wordt uitgaande van deze inschatting dan een ‘beroep op weerstandsvermogen’ van €190.000 in 2024 en €360.000 hogere rentelasten in 2026.